WLAN-verbindingen
Als u WLAN-verbinding (draadloos LAN) wilt gebruiken, moet u een
internettoegangspunt voor WLAN maken. Gebruik het toegangspunt voor
toepassingen die verbinding met internet moeten hebben.
Er wordt een WLAN-verbinding tot stand gebracht als u een gegevensverbinding
maakt met een internettoegangspunt voor een WLAN. De actieve WLAN-verbinding
wordt verbroken als u de gegevensverbinding verbreekt.
136 Connectiviteit
© 2011 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
U kunt een WLAN gebruiken tijdens een gesprek of wanneer pakketgegevens actief
zijn. U kunt met maximaal één WLAN-toegangspunt tegelijkertijd verbinding
hebben, maar verschillende toepassingen kunnen hetzelfde internettoegangspunt
gebruiken.
Als het offline profiel is ingesteld voor het apparaat, kunt nog steeds een WLAN
gebruiken (indien beschikbaar). Zorg ervoor dat u voldoet aan de veiligheidseisen
wanneer u een WLAN-verbinding tot stand brengt en gebruikt.
Tip: Als u het unieke MAC-adres (Media Access Control) voor het apparaat wilt
controleren, opent u de kiesfunctie en typt u *#62209526# .