Instellingen voor multimediaberichten
Selecteer
Menu
>
Berichten
en
Opties
>
Instellingen
>
Multimediabericht
.
Maak een keuze uit de volgende opties:
Grootte afbeelding — Hiermee geeft u de grootte op van de afbeelding in een
multimediabericht.
MMS-aanmaakmodus — Als u
Met begeleiding
selecteert, wordt u door het
apparaat gewaarschuwd wanneer u een bericht probeert te versturen dat door de
ontvanger mogelijk niet wordt ondersteund. Als u
Beperkt
selecteert, voorkomt
het apparaat dat u berichten verstuurt die mogelijk niet worden ondersteund. Als
u inhoud in uw berichten wilt opnemen zonder meldingen, selecteert u
Vrij
.
Toegangspunt in gebruik — Hiermee kunt u aangeven welk toegangspunt als
voorkeursverbinding wordt gebruikt.
Multimedia ophalen — Hiermee kunt u opgeven hoe u berichten wilt ontvangen
(indien beschikbaar). Selecteer
Aut. in eigen netwerk
als u berichten automatisch
wilt ophalen in uw eigen netwerk. Buiten uw eigen netwerk ontvangt u een melding
dat u een bericht kunt ophalen in de multimediaberichtencentrale. Als u
Altijd
82 Berichten
© 2011 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
automatisch
selecteert, maakt uw apparaat automatisch een actieve packet-
gegevensverbinding om het bericht binnen en buiten uw eigen netwerk op te halen.
Selecteer
Handmatig
om handmatig multimediaberichten op te halen uit de
berichtencentrale of
Uit
om het ontvangen van alle multimediaberichten te
voorkomen. Automatisch ophalen wordt mogelijk niet in alle regio's ondersteund.
Anon. berichten toestaan — Berichten van anonieme afzenders weigeren.
Advertenties ontvangen — Multimediaberichtadvertenties ontvangen
(netwerkdienst).
Rapporten ontvangen — De status van verzonden berichten in het logboek
weergeven (netwerkdienst).
Rapportverz. weigeren — Voorkomen dat uw apparaat leveringsrapporten van
ontvangen berichten verzendt.
Geldigheid bericht — Hier kunt u opgeven hoe lang moet worden geprobeerd het
bericht opnieuw te verzenden als de eerste poging mislukt (netwerkdienst). Als het
bericht niet binnen deze periode kan worden verzonden, wordt het uit de
berichtencentrale verwijderd.
Het apparaat vereist netwerkondersteuning om aan te geven dat een verzonden
bericht is ontvangen of gelezen. Deze informatie is mogelijk niet altijd
betrouwbaar. Dit is afhankelijk van het netwerk en andere omstandigheden.