Tijdens een oproep
De microfoon dempen of de demping opheffen
Selecteer of .
Een actieve oproep in de wachtstand zetten
Selecteer
of .
Bellen 49
© 2011 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
De luidspreker activeren
Selecteer . Als u een compatibele headset met Bluetooth-verbinding hebt
aangesloten, selecteert u
Opties
>
BT handsfree inschakln
om het geluid naar de
headset te voeren.
Terugkeren naar de handset
Selecteer .
Oproepen beëindigen
Selecteer .
Schakelen tussen actieve en wachtende oproepen
Selecteer
Opties
>
Wisselen
.
Tip: Druk op de beltoets om een actieve oproep in de wachtstand te zetten. Als u
de oproep die in de wacht staat wilt activeren, drukt u opnieuw op de beltoets.
DTMF-toonreeksen verzenden
1 Selecteer
Opties
>
DTMF verzenden
.
2 Voer de DTMF-reeks in of zoek ernaar in de lijst met contacten.
3 Als u een wachtteken (w) of een pauzeteken (p) wilt invoeren, drukt u
herhaaldelijk op * .
4 Selecteer
OK
om de toon te versturen. U kunt DTMF-tonen aan het
telefoonnummer of aan het DTMF-veld in contactgegevens toevoegen.
Een actieve oproep beëindigen en door een andere inkomende oproep
vervangen
Selecteer
Opties
>
Vervangen
.
50 Bellen
© 2011 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Alle oproepen beëindigen
Selecteer
Opties
>
Alle oproep. beëindigen
.
Veel van de opties die beschikbaar zijn tijdens een spraakoproep, zijn
netwerkdiensten.